Met mijn ouders praten over gevoelige onderwerpen. Hoe doe ik dat?

Bereid je goed voor

Weet goed wat je wil zeggen.

  • Wat wil je zeggen? Wat niet? Schrijf de belangrijkste ideeën op.
  • Hou het bij één onderwerp.
  • Gaat het over je gevoelens? Er een lijstje van maken, kan helpen. Schrijf er situaties bij waarin je je zo voelde.

Wat wil je bereiken? Als je dat weet, kan je zelf duidelijker zijn. Misschien wil je dat er minder ruzie is tussen jullie. Of dat je ouders je meer steunen. Of nog iets anders.

Probeer eens een 'deurknopgesprek'. Dat doe je in de dagen en uren voor je het echte gesprek start. Je laat dan iets vallen over het onderwerp op een moment dat je snel weg kan. Bijvoorbeeld net als een van jullie naar ergens vertrekt.

Oefen. Probeer regelmatig gesprekjes met je ouders te hebben over dagelijkse dingen. Wil je later eens een moeilijker onderwerp bespreken? Dan ben je het al gewoon om te praten.

Kies een goed moment en een rustige plaats. Bijvoorbeeld niet als je ouder druk bezig is.

  • Een goed moment? Dat is vaak als je samen in de auto zit, tijdens de afwas, ...
  • Vraag of het een goed moment is om te praten. Of spreek een moment af.
  • Een goede plek? Daar is een prettige of ontspannen sfeer. Je zal er ook niet gestoord worden.

Start het gesprek

Toon dat je over iets gevoeligs wil praten. Doe dat bij het begin van het gesprek.

Probeer te verwoorden hoe jij je voelt. Schaam jij je omdat het om iets erg persoonlijks gaat? Wil je jouw ouders niet ongerust maken? Heb je schrik dat ze kritisch zullen reageren?

Vertel ook wat je bedoeling is. Zien ze zo’n gesprek op dat moment niet zitten? Spreek dan een ander moment af.

Maak vooraf een paar afspraken. Bijvoorbeeld:

  • Dat je elkaar helemaal laat uitspreken.
  • Dat je elkaar niet zal onderbreken.
  • Dat je ook echt luistert naar elkaar.
  • Dat als het gesprek niet goed loopt, jullie het onderbreken en op een later moment verder praten.
  • Dat je serieus genomen wil worden. En dat jij je ouders ook ernstig neemt.
  • Wat er wel en niet doorverteld mag worden aan andere mensen.

Heb je meerdere ouders? Praat je maar met één van hen? Dan kan je ook afspreken hoe je andere ouder de info zal krijgen.

Zie je het toch niet zitten? Je kan je vraag of probleem in een brief, een mail of een sms zetten. Het kan wel dat die niet juist begrepen wordt. Soms is er dan verwarring over de toon.

Vertel je verhaal of stel je vraag

Wees duidelijk over wat je denkt, voelt en wil. Wees eerlijk. Dat wil niet zeggen dat je al je diepste geheimen moet vertellen.

Spreek vanuit jezelf.

  • Ik denk...
  • Ik voel...
  • Ik wil...

Luister naar wat je ouder te vertellen heeft. Probeer dat standpunt ook te begrijpen. Je moet het niet eens zijn. Probeer wel te begrijpen waarom die het anders ziet. Zo is de kans groter dat je ouder ook echt naar jouw standpunt zal luisteren.

Blijf vriendelijk en respectvol. Zeg hoe belangrijk het onderwerp voor jou is. Zeg wat het met je doet.

Stiltes? Die zijn oké. Soms zijn ze nodig. Zo kunnen dingen doordringen. Of kan iemand nadenken over wat er net gezegd werd.

Kijk naar hoe het gesprek gaat en vertel wat je voelt. Wringt het bij één van jullie? Praat daar eerst over. Ga dan pas verder.

Gaat het gesprek echt niet goed? Soms is het beter om een andere keer verder te doen. Dat kan ook met de hulp van iemand anders waar je je goed bij voelt.

Sluit het gesprek af

Check of je elkaar goed begrepen hebt. Vat het gesprek samen in een paar zinnen.

Bespreek kort wat jullie van het gesprek vonden. Bedank je ouder voor het gesprek.

Geef elkaar de kans om uit te rusten na het gesprek. Doe iets waarbij je je spanning kan loslaten. Bijvoorbeeld sporten.

Liep het niet zoals gehoopt? Zoek dan een steunfiguur. Dat is iemand die je vertrouwt. Iemand die naar je luistert en je begrijpt. Die kan later eventueel samen met jou het gesprek opnieuw doen.

Wie kan je steunfiguur zijn? Bijvoorbeeld iemand uit je familie, een leerkracht, de ouders van een vriend, een buur.

FOTO: Eye for Ebony

Nood aan een babbel?

Praat erover